Waarom vechten tegen windmolens?

05 Maart 2019

Waarom vechten tegen windmolens?

   

Op de gemeenteraad van maandag 4 maart raakte bekend dat het stadsbestuur een negatief advies verleent voor het windmolenproject op Klein Frankrijk. Toch vreemd voor een stad die in de ‘top 20’ maatregels van haar eigen klimaatplan pretendeert voortrekker te zijn voor het ‘Produceren van stroom aan de hand van windturbines’? Al 10 jaar geleden liep het windmolenproject van Electrabel op Pontwest uit op een sisser en al in 2014 maakte de provincie bekend waar ze in Ronse (zie kaartje) windmolens wilde inplanten. Toch wachtte het stadsbestuur tot 2019 om te besluiten dat Klein-Frankrijk toch niet geschikt zou zijn. Nu realiseert het stadsbestuur zich plotsklaps dat er een ‘beleidskader windenergie’ nodig is. Dit is wederom een schrijnend staaltje van het immobilisme waar onze lokale politiek al vele decennia het slachtoffer van is!

 

 

Groen stelt een ambitieus beleidskader hernieuwbare energie voor.

In plaats van weer jaren achter de feiten aan te hollen had Ronse een kans om alsnog een regionale voortrekker te worden wat betreft het opwekken van hernieuwbare energie en –nog belangrijker in Ronse- het besparen van energie! Met Groen stelde we op dezelfde gemeenteraad een ambitieus beleidskader (onderaan deze tekst) voor. Hoewel een heel gelijkaardig beleidskader al in meerdere Oost-Vlaamse gemeentes succesvol in de praktijk werd omgezet (o.a. Eeklo en Laarne), voelde geen enkele partij zich geroepen om ons voorstel te steunen!

Concreet stellen we met Groen twee zaken voor:

-Het stadsbestuur vergroot het draagvlak voor hernieuwbare energieprojecten door burgers voor minimum 40% (50% voor projecten in eigen beheer) direct te laten participeren. De stad werkt hiervoor samen met een burgercoöperatie, werkt een duidelijke ruimtelijke visie uit en stippelt een duidelijk participatietraject uit (o.a. betrekken van adviesraden en buurtcomités)

-De energietransitie krijgt in Ronse ook een sociale poot. In samenwerking met o.a. een burgercoöperatie en middenveldorganisaties voorziet de stad in laagdrempelige en betaalbare isolatie-, renovatie- en nieuwbouwprojecten.  

 

Welke Oost-Vlaamse stad bezit zelf meerdere hectares aan KMO-gronden die geschikt zijn voor het bouwen van windmolens?

Kleine quizvraag tussendoor: welke Oost-Vlaamse gemeente bezit zelf meerdere hectares aan KMO-gronden die door de provincie werden ingekleurd als ‘potentiële inplantingslocatie voor windturbines’? Juist ja, Ronse! Met name het nieuwe bedrijventerrein Pontwest. Zeker nu de stad zelf aangeeft dat ‘Ronse wel geschikt is voor een windmolen’, maar niet in Klein-Frankrijk, komt Pontwest terug in de picture.

 

De stad kan in eigen beheer een windmolen zetten op Pontwest.

Ja maar, hoe zit dat dan juist horen we u zeggen? Heel simpel: de stad bezit zelf de KMO-gronden in Pontwest. Met het uitschrijven van een openbare aanbesteding, kan het stadsbestuur via de gunningscriteria zelf de regels voor nieuwe windmolens bepalen. Zo zou er er minimum 50% directe participatie voor burgers moeten voorzien worden -dat kan in de praktijk zelfs meer zijn- en kan de stad zelf ook inkomsten vergaren. Deze kunnen aangewend worden voor broodnodige renovatie- en isolatieprojecten in de stad. Ook hiervoor kan er worden samengewerkt met middenveldorganisaties en een burgercoöperatie. Via een eigen participatie zou de stad op termijn zelfs kunnen overwegen om de stroomfactuur van de Ronsenaars te laten dalen.

Om al deze redenen was het windturbineproject van EDF-Luminusin Klein Frankrijk een enorme gemiste kans. Omdat er vooraf geen duidelijk windplan klaar lag, heeft de stad de mogelijkheid laten liggen om Ronsenaars mee te laten profiteren van dit project. De lusten gaan enkel naar één bedrijf in Klein-Frankrijk en naar Parijs, de hoofdzetel van Electricité de France. In plaats van zelf de spelregels te bepalen en een draagvlak te creëren, hebben onze schepenen en de burgemeesterhun kop in het zand gestoken en de hete aardappel doorgeschoven naar de provincie. Hoog tijd om uit een ander vaatje te tappen!

Ook wat zonnepanelen betreft liggen er in onze stad nog veel mogelijkheden. Letterlijk dan als we spreken over de daken van alle openbare gebouwen in Ronse. Nu zijn er hier en daar al enkele projecten (o.a. het dak van het nieuwe zwembad), maar het zou mooi zijn als de stad ook hier burgers mee zou laten participeren.Naast een windplan zou er dus ook een lokaal zonneplan moeten komen, met naast inspanningen van de stad ook concrete ambities voor bedrijven en burgers.

 

Is het klimaatplan gewoon een vodje papier?

De ambitie van onze stad is om tegen 2030 40% minder CO2 uit te stoten! Is het klimaatplan gewoon een vodje papier en een leuk hebbedingetje om het bestuursakkoord mee op te smukken, of gaat het stadsbestuur eindelijk eens de mouwen opstropen? Het is nu of nooit!

 

 

Opmaak van een beleidskader hernieuwbare energie

met aandacht voor directe burgerparticipatie en sociale maatregels.

Stemming gemeenteraadsbesluit.

Rechtsgrond

  • Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur
  • Gelet op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 18 februari 2004 (in werking getreden op 24 maart 2004)
  • Gelet op het ministerieel besluit van 25 augustus 2009 houdende de definitieve goedkeuring van de herziening van het PRS Oost-Vlaanderen: toevoeging provinciaal beleidskader windturbines (Addendum Wind)
  • Gelet op het ministerieel besluit van 18 juli 2012 houdende de definitieve goedkeuring herziening van het PRS Oost-Vlaanderen (tweede partiële herziening)
  • Gelet op het provincieraadsbesluit van 24 april 2013 betreffende het dossier wind
  • Gelet op het ‘Klimaatplan met Lef!’ zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 2 juli 2018, waarin de stad Ronse zich er formeel toe verbindt om tegen 2030 40% minder CO2 uit te stoten
  • Gelet op de ‘top 20 maatregels’ in het klimaatplan en de voortrekkersrol die Ronse op zich neemt voor wat betreft het opwekken van duurzame energie, meer bepaald het ‘produceren van stroom aan de hand van zonnepanelen’ (met Brakel) en het ‘produceren van stroom aan de hand van windturbines’ (met Geraardsbergen)

Relevante documenten en praktijkvoorbeelden

  • Overwegende het Cadre de référence pour l’implantationd’éoliennes, goedgekeurd door de Waalse Regering op 21 februari 2013, en latere wijzigingen, dat een participatiepercentage van 49,98% voorschrijft.
  • Overwegende het ‘beleidsmatig kader met het oog op het opstarten van burgercoöperaties rond hernieuwbare energie’, goedgekeurd door de gemeenteraad van Laarne op 22 juni 2017, dat naast windenergie ook rekening houdt met zonne-energie en energiebesparing.
  • Overwegende de ‘Visietekst concentratiezone windturbines Eeklo-Maldegem-Kaprijke’, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 februari 2014, die de nadruk legt op draagvlakversterking, directe burgerparticipatie en een lokale meerwaarde voor de gemeenschap.
  • Overwegende het collegebesluit ‘Hernieuwbare energie in Leuven – Burgerparticipatie’ van 10 november 2017
  • Overwegende de brief van REScoop Vlaanderen en Ecopowercvba die het stadbestuur ontving in juni 2017 ter gelegenheid van Global Wind Day.
  • Overwegende de Gentse projecten ‘Dampoort Knapt op’ en ‘Buurzame stroom’ die op een innovatieve manier (o.a. opzetten van een rollend fonds), in samenwerking met middenveldorganisaties en een burgercoöperatie, de energienoden in kwetsbare wijken aanpakken.
  • Overwegende het ‘Energielandschap Oost-Vlaanderen’, waarbij de provincie samen met lokale besturen, burgers en specialisten een breed gedragen ruimtelijke visie voor het inpassen van hernieuwbare energieprojecten wil uitwerken.

Feiten/context

  • Volgens de nulmeting van het klimaatplan stootte Ronse in 2011 115Kton CO2 uit, of 4,6 ton per inwoner. Met het ondertekenen van de burgemeestersconvenant engageert Ronse zich om deze uitstoot tegen 2030 met 40% te verminderen tot 69Kton CO2, of 2,76 ton per inwoner.
  • Volgens het klimaatplan werd er in Zuid-Oost-Vlaanderen (13 deelnemende gemeentes klimaatplan) in 2011 slechts 39.535 MWh aan duurzame energie opgewekt. Dit is slechts 3,9% van het potentieel. Tegen 2030 zou er jaarlijks maar liefst 1.021.772 MWh moeten opgewekt worden. Hiermee zou er 207.817 ton CO2 –of 24% van de totale ambitie- minder uitgestoten worden.
  • Volgens het klimaatplan kan er in onze regio zelfs nog meer CO2-uitstoot -341.525 ton of 39,9% van de totale ambitie- vermeden worden door in te zetten op energiebesparende maatregelen. Zeker in Ronse, met zijn vele oudere en slecht geïsoleerde huizen, kan deze besparing mogelijk nog hoger liggen.
  • Volgens het Woonplan (2016) zijn 59,3% van de huizen in Ronse gebouwd voor 1945 (6806 op een totaal van 11483)
  • Volgens de stadsbarometer 2018 telt Ronse maar 9% woningen met zonnepanelen (t.o.v. Vlaams gemiddelde van 17%), en heeft maar 44% van de woningen een zuinige ketel (t.o.v. Vlaams gemiddelde van 61%)

Motivatie

  • Om deze doelstellingen te halen moeten er naast maatregels om duurzame energie op te wekken vooral ook ingegrepen worden om de energievraag drastisch te verlagen.
  • Het is belangrijk om burgers mee te krijgen in dit verhaal. Het probleem is dat mensen vaak enkel de lasten van projecten ervaren.
  • Door burgers niet enkel op te zadelen met de nadelen (lasten), maar ze ook te laten delen in de voordelen (lusten) van hernieuwbare energieprojecten, krijgt men een groter maatschappelijk draagvlak.
  • Door intensief samen te werken met een burgercoöperatieve die aangesloten is bij REScoop Vlaanderen en die de 7 ICA-principes (International Cooperative Alliance-principes) onderschrijft, zullen burgers als aandeelhouder van de coöperatie rechtstreeks de energie kunnen ‘oogsten’. Als eigenaar hebben ze inspraak en bepalen ze mee waar de stroom naartoe gaat, tegen welke prijs en wat er met de winst gebeurt.
  • Belangrijk is dat de stad een participatiemodel met begeleidende maatregelsuitwerkt (o.a. betrekken van adviesraden, organiseren van infoavonden, in gesprek gaan met burgercomités, etc…) dat een betere herverdeling van de lusten en de lasten garandeert en het draagvlak bij burgers doet vergroten. Hierdoor zal het voor projectontwikkelaars makkelijker worden om tijdig de nodige vergunningen te krijgen (bv. minder bezwaarschriften)
  • Met 21% kansarmoede is het noodzakelijk dat de energietransitie in Ronse ook een sociale component krijgt. Dit kan zich in de eerste plaats vertalen in laagdrempelige en betaalbare isolatie-, renovatie- en nieuwbouwprojecten, waarbinnen de stad naast het inzetten van bestaande structuren (bv de Bouwmaatschappij) ook kan samenwerken met middenveldorganisaties en een burgercoöperatieve. In een tweede stap moeten minder begoede burgers ook betrokken worden bij het opwekken van hernieuwbare energie.
  • De stad streeft in haar participatiemodel voor hernieuwbare energieprojecten naar minstens 40% directe burgerparticipatie. Voor projecten in eigen beheer is dit via gunningscriteria minimum 50%
  • Wettelijk gezien kan dit percentage bij projecten op privaat terrein niet worden afgedwongen, maar het zal projectontwikkelaars er wel toe motiveren om toch in zee te gaan met een burgercoöperatie. Op deze manier zal ook het maatschappelijk draagvlak voor deze projecten vergroten.

Algemene principes:

  • het maximaal benaderen van natuurlijke hulpbronnen als een gemeenschappelijk goed
  • het uitwerken van een duidelijk ruimtelijk concept
  • het voorzien van rechtstreekse financiële participatie voor de inwoners
  • het creëren van meerwaarde voor de stad
  • het gericht en innovatief investeren in renovatie-, isolatie en nieuwbouwprojecten
  • het informeren van de bevolking
  • het vergroten van het draagvlak

Rekening houdende met alle voorgaande elementen

Op voordracht van de Groenfractie in de gemeenteraad

Besluit:

Artikel 1: om akkoord te gaan dat burgers en de stad bij nieuwe hernieuwbare energieprojecten (o.a. zon en wind) op het grondgebied van Ronse voor minimum 40% - minimum 50% voor projecten in eigen beheer- direct kunnen participeren via een burgercoöperatie, die de ICA-principes respecteert, om zodoende meer draagvlak bij de bevolking te creëren.

Artikel 2: om in een samenwerking tussen o.a. de stad, een burgercoöperatie en het middenveld intensief en gericht in te zetten oplaagdrempelige en betaalbare isolatie-, renovatie- en nieuwbouwprojecten.

Artikel 3: om een afschrift van deze beslissing te bezorgen aan de provincie Oost-Vlaanderen, Energielandschap Oost-Vlaanderen, REScoop, de Vlaamse overheid, Fluvius, projectontwikkelaars/exploitanten/energieleveranciers, het diensthoofd omgeving en de deskundige wonen, de woonraad, de milieuraad en de welzijdsraad.