Voor een leefbaar woonerf in De Vrijheid

08 Oktober 2021

Voor een leefbaar woonerf in De Vrijheid

De situatie in het woonerf in de Sint-Martensstraat is onhoudbaar. Nadat bewoners ook al een petitie organiseerden, doen we met Groen Ronse maandag op de gemeenteraad een voorstel om het probleem aan te pakken. Hier kan u ons integraal agendapunt nalezen:

Maatregels om de verkeerveiligheid in het woonerf De Vrijheid te garanderen

Bevoegdheid/rechtsgrond

˗ Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, Artikel 40 §1.

˗ Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, meer bepaald Artikel 3 §1.

˗ KB houdende algemeen reglement op de politie en het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg van 1 december 1975, Titel II, art 22bis. Verkeer in woonerven en in de erven.

˗ Ministerieel rondschrijven van 23 juni 1978 betreffende de woonerven (BS 28 juni 1978)

 

Feiten/context/motivering

Na de heraanleg van de Vrijheid werd de Sint-Martensstraat een woonerf.

  • Het KB van 1 december 1975 vormt de wettelijke basis:

Een woonerf wordt afgebakend door verkeersborden F12a (begin woonerf) en F12b (einde woonerf). De snelheid in een woonerf bedraagt maximaal 20km/u. Voetgangers mogen de gehele breedte van de weg gebruiken en voertuigen mogen deze voetgangers -in het bijzonder spelende kinderen- niet in gevaar brengen. Parkeren in een woonerf is verboden, behalve waar het expliciet toegestaan wordt door middel van een verkeersbord of markeringen op de grond.

  • Het ministerieel rondschrijven van 23 juni 1978 verduidelijkt verder:

-Het wonen moet de overwegende functie zijn van het woonerf. Het vermijden van elementen die een intens verkeer doen ontstaan, als grote kantoren, handelscentra, enz., is onmisbaar.”

-De dichtheid van autoverkeer, ook op de piekuren, is er niet er niet zeer hoog.  Het woonerf mag “over het algemeen de 100 tot 120 auto's per uur niet overschrijden.”

“Ofschoon het doorgaand verkeer er niet strikt verboden is, moet alles in het werk gesteld worden om het dermate te ontmoedigen dat het zo gering mogelijk is en dat het wezenlijk een plaatselijk karakter heeft.

 - “De toegangen en uitgangen moeten als dusdanig herkend kunnen worden door hun aanleg zelf.  Ze moeten ten opzichte van de gewone verkeerswegen- een niveauverschil vertonen” waardoor het woonerf “bij de eerste oogopslag duidelijk wordt.”

- Het woonerf moet zodanig aangelegd worden dat de “rechtlijnigheid wordt gebroken en de snelheid van de voertuigen wordt verlaagd.” Dit kan onder meer door niveauverschillen, drempels, bochten, versmallingen, bloembakken, struiken, enz.,..

Een weggedeelte in rechte lijn mag niet langer zijn dan 50 m, tenzij de plaatsgesteldheid dit niet toelaat. Ook voertuigen van hulpdiensten moeten altijd door kunnen. “Indien het niet mogelijk is, zich aan deze afstand te houden, wordt de aanleg van niveauverschillen of ezelsruggen verplicht, en deze mogen niet verder van elkaar verwijderd zijn dan ongeveer 50 m. Het moet materieel onmogelijk zijn, tegen hoge snelheid te rijden.”

-“Een voldoende aantal parkeerplaatsen moet binnen het erf zelf of in de onmiddellijke omgeving ervan, beschikbaar zijn voor de bewoners. De voor het parkeren voorbehouden plaatsen moeten, in principe, afgebakend worden door witte wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur. Bovendien moet op elke plaats de letter "P" op de grond aangebracht worden.”

-“Het ontwerp van aanleg van een woonerf moet passen in een algemeen verkeersplan dat klaargemaakt is met de medewerking van deskundigen in urbanisatie, leefmilieu en verkeer. Het ontwerp mag dus de bestaande situaties niet miskennen en het moet zijn plaats vinden in een gedetailleerde en goed opgevatte studie. Een gespecialiseerd onderzoek moet toelaten, een duidelijk onderscheid te maken tussen de grote verkeersstromen en de zones met gering verkeer, gelet op het doorgaand verkeer en het bestemmingsverkeer.”

  • Met betrekking tot de huidige situatie:

De huidige verkeerssituatie in de Sint-Martensstraat is onveilig en er heerst een grote ontevredenheid bij de bewoners. De bewoners hebben hiervoor al meerdere keren contact opgenomen met het stadsbestuur, waarna er onder meer enkele tijdelijke maatregels werden genomen (bv lichtbord politie om auto’s op het parkeerverbod te wijzen). Momenteel rijden auto’s in het woonerf zeer vaak sneller dan 20km/u, er wordt zeer vaak geparkeerd op straat en de Sint-Martensstraat krijgt veel doorgaand verkeer te slikken.

Vanuit de Groen-fractie stellen we voor dat het stadsbestuur zo snel mogelijk in overleg gaat met buurtbewoners, de handelaars, de politie en de betrokken diensten om oplossingen voor het woonerf in de Sint-Martensstraat uit te werken. Op korte termijn zou een verduidelijking van de signalisatie, een betere communicatie en bijkomende handhaving al een oplossing kunnen bieden. Maar er is vooral ook nood aan structurele maatregels om de veiligheid en het karakter van het woonerf te garanderen –zoals bv aanpassingen van de infrastructuur- . Daarnaast zou doorgaand verkeer geweerd of sterk ontmoedigd moeten worden -met dien verstande dat de parking achter het stadhuis voorlopig wél bereikbaar blijft voor autoverkeer. Met andere woorden: wie parkeert op deze parking wordt gerekend als plaatselijk verkeer.-

 

Voordracht

Op voorstel van de Groen-fractie

 

Voorstel van besluit

Art1 Het stadsbestuur gaat in overleg met buurtbewoners, de politie betrokken handelaars en diensten om oplossingen voor het woonerf in de Sint-Martensstraat uit te werken.

Art2 Op korte termijn kunnen deze oplossingen bestaan uit een verduidelijking van de signalisatie, een communicatiecampagne en meer handhaving.

Art3 Er komen structurele aanpassingen van het woonerf –zoals extra infrastructuur- om de veiligheid en het karakter van het woonerf te garanderen.

Art4 Niet plaatselijk verkeer wordt geweerd of minstens sterk ontmoedigd. De parking achter het stadhuis blijft voorlopig wel bereikbaar voor auto’s.