Groen wil lokaal ondernemen en lokale producten een duw in de rug geven. Maar ook het terugdringen van de (jeugd)werkloosheid is een prioriteit van het lokaal economiebeleid.
- De stad zet verder in op het versterken van de handelszaken in het stadscentrum. Beleving en een kwaliteitsvol aanbod staan daarbij centraal. Handelszaken worden nog meer geconcentreerd rond het Franklin Rooseveltplein (Peperstraat, bovenkant Wijnstraat en Abeelstraat).
- We maken van het stadscentrum een aangename plek om te shoppen: minder doorgaand autoverkeer trekt meer wandelaars en fietsers aan, dus meer potentiële kopers. (bv. Peperstraat wordt permanent autovrij en winkelas Wijnstraat-Rooseveltplein-Abeelstraat-Stationsstraat worden onderdeel van de fietszone) Meer groen, comfortabele bankjes en kleine speeltuigen in de buurt van winkels verhogen het comfort. Er is voldoende parkeergelegenheid in de nabijheid van de handelskern.
- Door de leegstandsbelasting te verhogen en diensten (dokter, crèche,…) en handelszaken te vermengen wordt de leegstand in het centrum aangepakt.
- Jonge starters kunnen met pop-up winkels gebruik maken van leegstaande handelspanden. De eigenaars van deze panden worden tijdelijk vrijgesteld van leegstandsbelasting.
- Om meer mensen naar het centrum te lokken, worden op regelmatige basis kleine evenementen zoals straattheater, concertjes, open lucht tentoonstellingen en dergelijke georganiseerd.
- De stad stelt een handelskernmanager aan, die zeer laagdrempelig informatie en ondersteuning aanbiedt. Deze handelskernmanager vormt de brug tussen de stad en de handelaars en is betrokken bij alle overleg.
- De stad ontwikkelt een visie over welke zaken ze gericht wil aantrekken. Het systeem van de premies –die voldoende hoog zijn- wordt gekoppeld aan bepaalde vereisten qua ligging en duurzaamheid.
- De stad communiceert open over het aantal zaken dat start en stopt en houdt een database bij van leegstaande handelspanden. Een ambitieus lokaal economiebeleid is gebaseerd op cijfers!
- Een aantrekkelijke markt lokt volk uit de wijde omgeving en is aantrekkelijk voor toeristen! Op de zaterdagmarkt wordt een deel voorbehouden voor lokale producten, artisanale streekproducten en ambachtelijke producten. De stad gaat actief op zoek naar lokale producenten en moedigt hen aan om op de markt te staan.Tijdens de boerenmarkt mogen Ronsenaars op de trappen van het stadshuis zelf overtollige groenten en fruit uit eigen tuin verkopen.
- Lokaal verankerde maakbedrijven vormen een belangrijk onderdeel van onze lokale economie. In samenwerking met o.a. TIO3 trekt de stad innovatieve, duurzame en creatieve bedrijven aan. Door zijn ligging en goedkope panden wordt Ronse een groeipool voor de ‘bedrijvigheid van de toekomst’ (bv. internetbedrijfjes, co-work spaces, 3D printing, kleine ambachten,…).
- Via een bedrijventerreinmanager worden transport- en afvalstromen van bedrijven op elkaar afgestemd. De stad is een actieve gesprekspartner van ondernemers en houdt de vinger aan de pols bij de verschillende bedrijven en organisaties (bv. door middel van een economische raad en verschillende sub-werkgroepen die verschillende keren per jaar samenkomen)
- Ronse wordt een toeristische hotspot! Door onze ligging tussen de mooie Vlaamse Ardennen en het -nog niet zo gekende- Pays de Collines wordt Ronse de bestemming bij uitstek om een mooie wandeling of fietstocht te maken.
- Om het toerisme aan te zwengelen zet de stad veel meer in op verblijfstoerisme (bv. aantrekken van een ecohotel, promoten van hoevetoerisme en groene bed & breakfasts en opstart van een zomercamping).
- Door de bovenkant van de Fiertelmeers te asfalteren, maken we van de ‘steilste helling van de Vlaamse Ardennen’ een sportieve en toeristische trekpleister. De stad probeert in een eerste fase een semiklassieker (bv. Dwars door Vlaanderen) aan te trekken. Op termijn volgt hopelijk ook de Ronde van Vlaanderen.
Om in Ronse een nieuwe dynamiek te creëren, is het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen actief participeren aan de samenleving. Werk hebben is hierin heel belangrijk. Terugdringen van de werkloosheid, en vooral de jeugdwerkloosheid (zie hoofdstuk ‘Jeugd en onderwijs’), is een integraal deel van het lokaal economisch beleid. In samenwerking met VDAB en OCMW investeert de stad bijkomend om enkele oorzaken van werkloosheid aan te pakken:
Mobiliteitsarmoede: de stad coördineert en ondersteunt initiatieven die de mobiliteit van werkzoekenden verhoogt: carpoolwebsite, autodelen en het goedkoop verhuren van elektrische fietsen en scooters. In samenspraak met de Lijn komen er frequentere busverbindingen tussen alle stadswijken en het station. Werkzoekenden kunnen aan verminderd tarief een lijnabonnement aankopen en er komt in samenwerking met VDAB en andere opleidingsverstrekkers meer ondersteuning in het behalen van een rijbewijs.
Beschikbaarheid: er komt voldoende flexibele opvang, ook ’s morgens vroeg, ’s avonds en in het weekend. In de crèches en de vakantieopvang worden voldoende plaatsen voorbehouden voor werkzoekende die werk vinden of aan een opleiding beginnen.Tijdens alle schoolvakanties zijn er ook voor schoolgaande kinderen voldoende flexibele opvang en activiteiten en dit gedurende de volledige vakantieperiode.
Werkkansen verhogen voor wie geen diploma heeft, over weinig werkervaring beschikt of onvoldoende Nederlands spreekt: de stad motiveert en ondersteunt bedrijven in Ronse om stages aan te bieden aan kansengroepen en om opleidingen en Nederlands op de werkvloer te organiseren. (zie ook rol sociale economie) De stad geeft zelf het goede voorbeeld. Ook in haar aanwervingsbeleid probeert de stad kansengroepen te bereiken.
- Vrijwilligerswerk brengt mensen samen! Naast betaalde arbeid is de stad ook een grote trekker van vrijwilligerswerk. (bv. repair cafés, conversatiegroepen voor anderstaligen, compostmeesters in de verschillende wijken, etc…)
- In samenwerking met partners (o.a. Kringwinkel, Grijkoort, Arcor,…) ondersteunt de stad de verdere uitbouw van de sociale economie. Voor nieuwe initiatieven (bv. Mobipunt aan station, renovatiewerken in huizen, plaatsen van zonnepanelen,…) wordt ook steeds in de eerste plaats gekeken naar sociale tewerkstelling.